Voor de PvdA is 1 mei een belangrijke dag. Op de Dag van de Arbeid bepleiten we fatsoenlijk werk en vieren we de invoering van de achturige werkdag. Een recht dat we nu vanzelfsprekend vinden. Maar mag het misschien nog een beetje minder? Een 40-urige werkweek is voor veel mensen immers moeilijk te combineren met zorgtaken of voldoende ontspanning. De achturige werkdag maakte destijds een groot verschil voor werknemers. Meer vrije tijd en tijd voor geliefden en familie. Al met al een gezonder en fatsoenlijker bestaan.
Onze samenleving staat eigenlijk nog voor dezelfde uitdagingen. De vraag is hoe we die te lijf gaan: met een lokaal bestuur dat zich terugtrekt of met een gemeente die opkomt voor haar burgers. Te veel mensen in Laarbeek hebben het zwaar. Ze hebben geen vast inkomen. Of ze hebben de prijzen zo fors zien stijgen dat ze zich zorgen maken over het einde van de maand. En er zijn mensen die zich zorgen maken over het klimaat en zien dat de grootste vervuilers geen belasting betalen. Ze willen schone lucht en een fijne wijk om in te wonen.
De uitdagingen van deze tijd vragen wat mij betreft om een nieuw verhaal. Voor Laarbeek, voor Nederland. Een verhaal waarin wat we met elkaar echt belangrijk vinden meer gewicht in de schaal legt dan wat we met elkaar verdienen. Een verhaal waarin iedereen die bijdraagt aan onze samenleving waardering krijgt. In de vorm van een fatsoenlijk loon en het recht om onbereikbaar te zijn. Zodat je ongestoord van je vrije tijd kunt genieten. Opkomen voor rechtvaardigheid was voor mij 25 jaar geleden de reden om PvdA-lid te worden. Op 1 mei werd ik daarom verrast met een bronzen jubilarisspeld. Maar de Dag van de Arbeid herinnert me er vooral aan dat we nog steeds hard nodig zijn.
Gäby Vereijken,
voorzitter PvdA Laarbeek